Laat me je Tilburg zien

Soms worden dingen zoveel mooier als je er met frisse ogen naar kijkt.
Sinds begin december 2015 hebben circa 900 vluchtelingen (tijdelijk) opvang gevonden in twee nieuwe asielzoekerscentra in Tilburg. Hier zullen zij de komende jaren wachten op een status, een permanente opvang of terugkeer naar het land van herkomst. In de tussentijd ontstaan er veel initiatieven om deze mensen te bij het integreren in de samenleving. Maar er blijft ook onbegrip bestaan, aangesterkt door verhalen uit de media en door geluiden van protest. We zijn wantrouwig tegenover ‘de ander’ omdat we niet weten wat diegene drijft. De kloof tussen ‘ons’ en ‘de ander’ lijkt ondichtbaar. Maar moeten we wel denken in oppositionele termen? Er is namelijk iets dat ons verbindt: Tilburg. We zijn allemaal hier.
Laat me je Tilburg zien heeft als inzet om nieuwe perspectieven op Tilburg te delen in een groeiende (online) fotocollectie. Deze collectie wordt gevormd door foto’s die gemaakt zijn door nieuwe Tilburgers in AZC’s. Om dit te bereiken worden (minimaal) 400 wegwerpcamera’s verspreid in de opvangcentra. Bewoners worden hierin gevraagd om hun perspectief op de stad te laten zien. Hoe zie jij Tilburg? Wat valt je op aan deze stad? Wat vind je bijzonder of verrassend?
Mensen moet je nooit onderschatten. Belangrijk aan dit project is dat we het vluchtelingengesprek niet aanpakken door over deze mensen te gaan praten, of om vanuit ons eigen perspectief deze mensen in beeld te brengen. We gaan de mensen zelf aan het woord laten. Dat kunnen ze namelijk beter dan wij.
De foto’s worden verzameld op een website www.laatmejetilburgzien.nl, waar ook een kort statement van iedere inzender aan het beeld wordt gekoppeld. Naast de website wordt een selectie van de inzendingen gebruikt als basis voor een reizende tentoonstelling, een samenwerkingsverband tussen de Bibliotheek Midden-Brabant en Stichting Nieuwkomers en Vluchtelingenwerk. Andere mogelijke samenwerkingspartners zijn Quiet 500 en Gemeente Tilburg.

Ֆինանսավորված Tilburg կողմից (March 2016)